Dementie
is een ziekte die vanuit verschillende perspectieven kan worden bekeken, zoals:
medisch, psychologisch, epidemiologisch, geografisch, zorg, ethisch, cultureel,
maatschappelijk, sociaal economisch en natuurlijk het perspectief van de personen
met dementie en hun naasten. Het bewust zijn dat een ieder door een andere bril
naar dementie kan kijken, voorkomt dat je langs elkaar heen praat en werkt. Om
de zorg voor mensen met dementie te verbeteren moeten we juist de verbinding
zoeken tussen deze verschillende zienswijzen, waarbij we de belevingswereld van
de persoon met dementie (en hun naasten) als uitgangspunt nemen.
Medisch gezien is
dementie een hersenaandoening met cognitieve stoornissen als gevolg. Dementie
wordt gekenmerkt door krimp van de hersenen. Hersencellen gaan al minder goed
werken voordat ze sterven, waardoor je de gevolgen van dementie al ziet voordat
de hersenen krimpen. Ongeveer 70% van alle mensen met dementie heeft de ziekte
van Alzheimer. Bij deze ziekte kunnen de hersencellen steeds minder goed
contact maken met elkaar en met de zenuwen die informatie naar en van de
hersenen doorgeven. Steeds meer hersencellen verschrompelen, waardoor ze niet
meer kunnen functioneren. Andere vormen van dementie zijn onder andere vasculaire
dementie, fronto-temporale dementie en Lewy-body-dementie. Voor de ziekte van
Alzheimer zijn medicijnen beschikbaar die het proces kunnen vertragen, of
bepaalde verschijnselen kunnen verminderen. Voor andere vormen van dementie
zijn tot dusver nog geen medicijnen beschikbaar. Bekende risicofactoren voor
dementie zijn leeftijd (veroudering), een laag opleidingsniveau, genetische
factoren, en factoren die samenhangen met een hoog risico op hart- en
vaatziekten (zoals te hoge bloeddruk en leefstijl). Uit onderzoek in de
Verenigde Staten komt naar voren dat eenzaamheid mogelijk leidt tot een grotere
kans op de ziekte van Alzheimer.
Psychologisch gezien gaat dementie
vaak gepaard met gedragsveranderingen en psychisch lijden zoals verdriet,
achterdocht en nachtelijke dwaalpartijen. Hoe ga je om met geheugenverlies en
de kennis (de angst) dat je ziekte dementie hebt, waarvan je nare voorbeelden
in de omgeving kent/of hebt gekend. Antipsychotica worden vaak gebruikt bij de
behandeling van 'onbegrepen gedrag'. Zoals agressie, onrust of dwaalgedrag.
Epidemiologisch gezien wordt op basis van bevolkingsonderzoek geschat dat er 179.000 patiënten met dementie (prevalentie) zijn in NL, 52.700 mannen en 126.400 vrouwen; dat wil zeggen 6,7 per 1.000 mannen en 15,7 per 1.000 vrouwen. Het aantal personen met dementie neemt sterk toe met de leeftijd; tot wel 30-35% van de 85-plussers (RIVM, Nationaal Kompas 2014). Verschillende recente bevolkingsonderzoeken laten een afname zien van het aantal 'nieuwe gevallen' van dementie (incidentie) van 25-30% ten opzichte van de jaren 1980 en 1990. Als de incidentie met 30% afneemt dan nog neemt het aantal mensen met dementie toe de komende jaren. Op basis van alleen demografische ontwikkelingen is de verwachting dat het absoluut aantal personen met dementie tussen 2011 en 2030 met 73% zal stijgen.
Geografisch gezien varieert de prevalentie van
dementie in landen van de Europese Unie (EU) van 0,8% in Slowakije, Malta en
Ierland tot ongeveer 1,5 % in Italië en Zweden. In Nederland is de prevalentie
met 1,0-1,1% iets lager dan gemiddeld in de EU (1,2%). De Europese variatie is
een gevolg van verschillen in leeftijdsopbouw van de bevolking (en verschil in
registratie). Landen die sneller vergrijzen hebben een hogere prevalentie van
dementie.
Vanuit
het perspectief van de zorg kan je
zeggen dat van de personen met gediagnosticeerde dementie 53% thuiszorg
ontvangt. Ook dagbesteding is een veelvoorkomende vorm van ondersteuning; 18%
van de patiënten bezoekt gemiddeld één keer per week een dagactiviteiten- dan
wel ontmoetingscentrum. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de dagopvang van
verpleeg- of verzorgingshuis. In totaal gebruikt 82% van de patiënten met
dementie één of meer vormen van professionele zorg.
Bij de ethische vragen die samenhangen met deze
aandoening kan je denken aan onder meer autorijden, beslissingsbekwaamheid,
deelname aan onderzoek, beperking bewegingsvrijheid en levenseinde.
Cultureel gezien kan je zeggen dat cultuur en
geloof een rol spelen bij het de manier waarop tegen de persoon met de ziekte
dementie wordt aangekeken en hoe er mee om wordt gegaan. Zo kan het, opgelegd
door geloof en cultuur, een plicht zijn om voor familieleden te zorgen die lijden
aan dementie. Vanuit het geloof kan worden verondersteld dat zij in het
hiernamaals beloond zullen worden
voor hun zorgverlening.
Maatschappelijk
kan je zeggen dat in NL de laatste decennia de mantelzorg en maatschappelijke
betrokkenheid is veranderd. In de welvaartsmaatschappij waarin wij leven staat
onafhankelijkheid en individualisme hoog in het vaandel. De laatste jaren is er
weer een tendens gaande de maatschappelijke betrokkenheid en betrokkenheid bij/met
elkaar te stimuleren. Mensen met beperkingen en ziekten moeten zo lang mogelijk
gewoon onderdeel kunnen uitmaken van de maatschappij (ontmedicalisering).
Normaliseren en niet problematiseren.
Dementie
wordt ook gezien als een belangrijk sociaaleconomisch
probleem. De zorgkosten voor mensen met dementie zijn nu jaarlijks bijna 4
miljard euro. Dat bedrag stijgt in de toekomst alleen maar, omdat er in het
vergrijzende Nederland meer ouderen komen, die ook nog eens steeds ouder
worden.
Als laatste noem ik hier het perspectief van de personen met dementie
en hun naasten. Dementie is volgens
artsen en onderzoekers de volksziekte met de hoogste ziektelast voor de patiënt.
Bij een ieder zijn de symptomen van dementie net iets anders, en ook hoe men de
ziekte ervaart en er mee om gaat. Of en welke zorg men wil ontvangen hangt ook
weer af van verschillende zaken, zoals de culturele/religieuze achtergrond, het
verleden, medische oorzaak, gezinssamenstelling, waar men woonachtig is, en
andere mogelijke contextuele en persoonlijke variabelen e.d..
Al deze perspectieven hangen met elkaar samen
en grijpen in elkaar. Waar we voor moeten oppassen is dat een ieder vanuit zijn
eigen perspectief/werkelijkheid blijft denken en doen. Het heeft meerwaarde al
deze (gelaagde) perspectieven in ogenschouw te nemen bij het nadenken over
verbetering in de zorg voor mensen met dementie. Deze gelaagde perspectieven vormen
samen een completer beeld op de werkelijkheid.
Foto: Frank van Beloois, www.foto.vanbeloois.nl
Tekst: Yvonne van Kemenade
Foto: Frank van Beloois, www.foto.vanbeloois.nl
Tekst: Yvonne van Kemenade
Geen opmerkingen:
Een reactie posten