dinsdag 25 september 2012

Kwaliteitsverhoging en kostenverlaging verbeteren vaak simultaan

Kosten kunnen worden gereduceerd door een andere organisatie en bekostiging.
De bijwerking hiervan is dat de kwaliteit van zorg voor de patiënt verbetert........
Betekent wel investeren en doorpakken.

Bijgaand filmpje geeft in het kort de beschreven zorg in de toekomst weer.
De zorgkosten groeien ieder jaar en blijven fors groeien als we zo doorgaan. Door de economische crisis, verkiezingsstrijd en de daaropvolgende kabinetsformatie is beheersbaarheid van de gezondheidszorg onderwerp van verhitte discussies.  Wat mij intrigeert is dat voornamelijk wordt gesproken over korte termijn ad hoc maatregelen, zoals verhoging eigen risico, eigen bijdrage e.d., maar een langere termijn visie ontbreekt.

Wil men de kosten in de zorg kunnen beheersen op de langere termijn (met minstens behoud van de kwaliteit van zorg), dan zal hier een visie aan ten grondslag moeten liggen. Dit betekent dat we zullen moeten nadenken over welke zorg we hoe willen ontvangen, organiseren en bekostigen. Hiervoor zullen cruciale veranderingen in de organisatie en de financiering van de zorg moeten plaatsvinden.

Momenteel is de zorg gefragmenteerd rondom de zorgvrager. Of zoals Dillmann het zo treffend noemt “gefragmenteerde struikelzorg” (FD 21-9-2012). Vooral bij patiënten met een chronische aandoening is dit een groot probleem.  Zij struikelen over de breuklijnen in onze zorgorganisaties, en de daarmee samenhangende financieringssystemen.  
Zorginhoudelijk is onze zorg van hoog niveau. In de totale zorgketen ligt de meerwaarde niet alleen in de kwaliteit van de losse schakels, maar juist in de verbinding, de ketting. De doorontwikkeling van de zorg geschiedt door het zoeken naar verbeteringen in de verbindingen tussen de verschillende zorgfragmenten.

Goede afgestemde zorg rondom de zorgvrager leidt tot efficiency en doelmatigheid. Om in de woorden van Porter en Teisberg te spreken moet zorg gaan over het creëren van meerwaarde voor patiënten[1]. Cruciaal in deze gedachten is dat de zorgaanbieder gericht is op het waarde toevoegen  voor patiënten. Deze “toegevoegde waarde” gaat over het gehele zorgproces rondom de zorgvrager en niet over ingrepen en/of individuele procedures apart. Dit gehele  zorgproces wordt gedefinieerd vanuit het perspectief van de zorgvrager en niet rondom deskundigheden en/of specialismen. Met  “toegevoegde waarde” hebben we het over gezondheidsresultaten die worden gemeten over het totale zorgproces.
Door het constant meten en verbeteren van deze gezondheidsresultaten van het totale zorgproces verbetert de efficiency en kwaliteit van zorg. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een daling van over- of onderbehandeling, persoonlijk leed, medische fouten,  complicaties e.d.. Kwaliteitsverhoging en kostenverlaging verbeteren vaak simultaan.

Deze veranderende focus naar het nemen van verantwoordelijkheid voor het toevoegen van waarde aan het gehele zorgproces kan worden gezien als een logische doorontwikkeling van de huidige situatie. De laatste jaren zijn huisartsen zich steeds meer gaan organiseren en specialiseren (kaderartsen), zijn zorggroepen ontstaan en zijn daarmee gelijkwaardigere gesprekspartners  op inhoud en organisatie geworden voor partners in de zorg. Daarbij zijn de laatste jaren de prestatie-indicatoren (en benchmarks) voor de medisch specialistische zorg en ook de huisartsenzorg sterk in ontwikkeling en worden verbeterd. Daarbij komt dat ziekenhuizen gehouden zijn aan een jaarlijkse groei van 2,5% hetgeen de noodzaak (belang) met zich mee brengt om zorg daar waar het kan te substitueren naar de ambulante (huisartsen)zorg.

Het creëren van een gezamenlijke verantwoordelijkheid van professionals/zorgaanbieders voor de kwaliteit van de zorgprocessen rondom patiënten, zal alleen werkelijkheid worden als de (financiële) incentives hiertoe stimuleren. Zo zullen we met elkaar een bekostigingswijze moeten ontwikkelen, waarbij kwaliteit van de geleverde zorg en de daaraan verbonden (gezondheids)resultaten van totale zorgprocessen rondom patiënten, een belangrijk onderdeel vormt van de contractering. Er moet meer informatie komen over bereikte (behandel/gezondheids)resultaten. Wetenschappelijke verenigingen en andere betrokken organisaties moeten vooral doorgaan met de ontwikkeling van beroepsstandaarden, richtlijnen en protocollen.

Omdat theorie vaak anders uitpakt als de praktijk is het belangrijk klein te beginnen.
Wij kunnen met zijn allen veel en lang praten over hoe we de zorg zouden zien in de toekomst. Natuurlijk moeten we het over de grote lijnen eens zijn en moeten we zorgvuldigheid in acht nemen. Dat neemt niet weg dat we morgen met kleine concrete stapjes kunnen beginnen en met elkaar op weg kunnen gaan  om al werkenderwijs te leren, onderzoeken, monitoren, aan te passen, verbeteren en vooral door te pakken.

Yvonne van Kemenade


[1] zie ook artikelen in Creëren van toegevoegde waarde voor de patiënt (1), Zorgmarkt nr 2 maart 2008 en (2), Zorgmarkt nr 3 april 2008: te downloaden via website van de auteur www.yvonnevankemenade.nl