Al jaren intrigeert mij het toezichtsmodel bij zorginstellingen
(relatie Raad van Toezicht/Commissarissen en Raad van Bestuur). Hoe deze
onderlinge relatie daadwerkelijk functioneert openbaart zich vooral in conflictsituaties.
Verschillende ziekenhuizen hebben de afgelopen jaren problemen/spanningen
ondervonden, opvallend hierbij vond ik de rol van de leden van de Raad van Commissarissen
(RvC). Doordat per 1 januari 2013 een one-tier bestuursmodel mogelijk is geworden
voor vennootschappen in Nederland, rijst bij mij de vraag: is dit bestuursmodel
zinvol voor organisaties in de zorg, bijvoorbeeld ziekenhuizen?
Een complicerende factor bij ziekenhuizen (waar medisch
specialisten niet in loondienst zijn) is dat er sprake is van een ongelijke
machtsbalans in de driehoeksverhouding: Raad van Bestuur (RvB) – Medische staf
– RvC. De RvC kan alleen de leden van de RvB aanspreken op hun gedrag.
Toezichthouders kunnen in gesprek gaan met het stafbestuur, maar hebben geen
enkele hiërarchische bevoegdheid richting staf. Bij een conflict kiest de RvC vaak
voor de enige mogelijke weg: het ontslag van de bestuurder (veelal na
inschakeling van bemiddelaars). Je stuurt immers niet een elftal naar huis. Maar
het probleem wordt hiermee niet opgelost, want ook de volgende bestuurder zal
tegen dezelfde belangentegenstelling oplopen en zich binnen een paar jaar in
dezelfde conflictsituatie bevinden. Pas als RvC en RvB ook zeggenschap krijgt
over het beleid of bestuur dat de medische staf voert, kan er (formeel) in conflictsituaties
worden op getreden.
Maar naast de complicerende factor van de ongelijke
machtsbalans (bij ziekenhuizen), rijst de vraag (voor zorginstellingen in het
algemeen) of de RvC wel zijn/haar verantwoordelijkheid op een goede wijze neemt
en of er misschien een ander type toezichthouder is vereist? Leden van de RvC (two-tier
bestuursmodel) hebben veelal (meer dan) fulltime functies, waarbij de
toezichtstaak een nevenfunctie is. De RvC vertoont veelal conflictvermijdend
gedrag en intensieve betrokkenheid bij de organisatie kan niet altijd worden
verwacht. Bij hoogoplopende conflicten zal ook de eigen positie en goede naam
van de toezichthouder in het zorgveld worden meegenomen in de te nemen stappen.
Vanaf 1 januari 2013 is het mogelijk voor (naamloze en
besloten) vennootschappen om, naast het two-tier bestuursmodel, te kiezen voor
het one-tier bestuursmodel. In een one-tier bestuursmodel (waarbij bestuur en
toezicht in één orgaan zijn verenigd), is er geen strikte scheiding tussen de
uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders. Bij een two-tier board wordt juist
wel een strikte scheiding gehanteerd tussen het bestuur en het toezichthoudend
orgaan. Het voordeel van de one-tier board is dat de taken van het bestuur
kunnen worden verdeeld over zowel de uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders
en dat er meer en gemakkelijker informatie-uitwisseling kan plaatsvinden.
Het voordeel van een one-tier board is dat de niet
uitvoerende toezichthoudende bestuurders een grotere betrokkenheid bij de
onderneming hebben dan commissarissen bij de two-tier board. De niet
uitvoerende toezichthoudende bestuurders nemen namelijk direct deel aan de
beraadslaging en besluitvorming van het bestuur, waardoor zij samen met de
uitvoerende bestuurders over dezelfde informatie beschikken en directe invloed
hebben op de te nemen bestuursbesluiten.
Nadeel van een one-tier board is echter dat de
onafhankelijkheid in het geding kan komen, omdat de niet uitvoerend bestuurder
zowel collega’s (en salaris ontvangen) als toezichthouders zijn van uitvoerende
bestuurders. In zoverre de theorie.
Beide modellen hebben voor- en nadelen en in de praktijk
blijken beide steeds meer op elkaar gaan lijken. De laatste jaren zie je dat
(in het two-tier model) de RvC steeds meer gebruik maakt van het instellen van
verschillende RvC-commissies, die de RvC de gelegenheid geeft veel dichter op
de RvB te zitten. Bovendien vergaderen ze vaker en langer/intensiever. Aantal
en intensiteit kunnen door RvC ook worden vergroot/verkleind al naar gelang daar
behoefte toe bestaat, bijvoorbeeld als het niet goed gaat met het ziekenhuis of
op een bepaald onderdeel.
De vraag is of de veronderstelde afstand tussen RvB en
RvC in een two-tier model, intensievere betrokkenheid van de laatste in de weg
zou staan? En of een one-tier model een garantie is voor een grotere
betrokkenheid? Daarbij kan je je afvragen of tijdinvestering iets zegt over de
mate van betrokkenheid? Betrokkenheid is denk ik in beide modellen te
organiseren.
Vooral de competenties en het gedrag van personen is
bepalend voor de mate van betrokkenheid en niet zozeer de wettelijke
mogelijkheden en/of structuur.
Wat betreft onafhankelijkheid is er wat voor het two-tier
model te zeggen. In een one-tier model is er het risico van (schijn van)
onderonsjes tussen collega’s (uitvoerende en niet uitvoerende bestuurders zijn
als het ware collega’s binnen de board). In het two-tier systeem is er door de
grotere afstand meer kritische onafhankelijkheid mogelijk van de RvC.
Belangrijk is dat men bewust een keuze maakt met een passende
invulling/werkwijze. Relevante factoren hierbij zijn de cultuur en identiteit
van de organisatie en vooral de competenties en gedrag van personen. Indien het
ene model door groei, de toegenomen verantwoordelijkheden of personele
wisselingen niet meer past, is een overgang naar (in meer of mindere mate) een
ander bestuursmodel het overwegen waard.
De (formele) keuze tussen een one-tier of two-tier model
lijkt in de praktijk niet zo zwart - wit te zijn, maar meer een continuüm met
wel vijftig tinten grijs.
Leuker kunnen we het
niet maken wel professioneler………