Als de inzet in uren die momenteel wordt gevraagd voor het doen van juiste registratie en declaraties wordt aangewend voor zorg, zal dat een verademing zijn voor de huisartsen en ten goede komen aan zorg voor hun patiënten. We zijn dus op zoek naar een eenvoudiger systeem, dat de zorgzwaarte verschillen van patiënten rechtvaardigt en een systeem dat beter aansluit bij de veranderende zorgvraag (kwaliteit/uitkomsten van zorg en samenwerking bevordert, gericht is op gezondheid in de plaats van ziekte etc...) en vooral ook administratief eenvoudig is. Met andere woorden, het inrichten van een eenvoudig systeem met een gelijk speelveld voor huisartsen, gericht op gezondheid van mensen, waardoor recht wordt gedaan aan kostenverschillen als gevolg van verschillen in gezondheid van patiënten[1].
Huidige huisartsenbekostiging
De
huisartsenbekostiging is de afgelopen jaren steeds complexer en ingewikkelder
geworden[2].
Voor 2006
werd de huisarts betaald middels een abonnementstarief voor de
ziekenfondspatiënten en per consult voor particuliere patiënten. In het huidige
stelsel hebben huisartsen een uitgebreid scala aan inkomstenbronnen. De basis
is het abonnementstarief dat huisartsen ontvangen voor alle ingeschreven
patiënten. Daarbij krijgen ze bij ieder patiëntenbezoek een consult (of visite)
vergoed. Voor niet ingeschreven patiënten kan een passantentarief in rekening
worden gebracht. Verder kunnen afhankelijk van de behandeling voor
verschillende verrichtingen aparte tarieven in rekening worden gebracht.
Hiervoor heeft iedere huisarts een basiscontract met de zorgverzekeraar, het
zogenaamde M&I contract. Dit contract wordt jaarlijks regionaal
uitonderhandeld met de preferente verzekeraar (en werd t/m vorig jaar door de
andere verzekeraars gevolgd). Sinds een paar jaar hebben huisartsen ook te
maken met de keten-Diagnose-Behandel-Combinatie (keten-DBC) bekostiging voor
chronische zorg, zoals Diabetes Mellitus, COPD en CVRM. Voor het participeren
in deze keten-DBC-programma’s krijgen huisartsen een aparte vergoeding voor
geleverde diensten (vaak via de zogenaamde zorggroepen). Door
taakdifferentiatie, welke wordt gestimuleerd met de inzet van een
praktijkondersteuner huisarts (POH) en een doktersassistente (DA), heeft de
huisartsenpraktijk aanvullend te maken met de financiering POH-Somatiek (verdisconteerd
in keten DBC of M&I contract) en POH-Geestelijke GezondheidsZorg (GGZ) en kan
voor de DA consulten in rekening worden gebracht. Daarbij kunnen huisartsenpraktijken
in aanmerking proberen te komen voor de zogenaamde GEZ-gelden (geïntegreerde
eerstelijns zorg) in het kader van de samenwerking met andere eerstelijns
zorgaanbieders. Een lappendeken aan declaratie mogelijkheden dus!
Huisartsenbekostiging vanaf
2015: 3 segmenten
Per 1
januari 2015 wordt de eerst stap gezet in de nieuwe huisartsenbekostiging via
het 3-segmenten model:
Segment 1:
Basisvoorziening huisartsenzorg (S1/75%): bij invoering zal het bestaan uit de
huidige combinatie van (gedifferentieerde) inschrijftarieven en consulten
(maximum tarieven). Ook de huidige bekostiging van de POH-GGZ (module en
consulten) zal bij invoering blijven bestaan. Bedoeling is dat de bekostiging
van aparte consulten op termijn komen te vervallen.
Segment 2:
programmatische multidisciplinaire zorg (S2/15%): zal bij invoering bestaan uit
3 onderdelen:
a. de zogenaamde keten DBC's DM, VRM
en COPD/astma. POH-S blijft integraal onderdeel van de ketens,
b. nieuwe (elementen van) ketens,
waarbij landelijk overeenstemming is over aanpak en zorgstandaarden. Hierbij kan je bijvoorbeeld denken aan
een zorgprogramma voor kwetsbare ouderen.
Streven is hiervoor in 2016 de eerste stappen te nemen,
c. GEZ-module wordt nog gehandhaafd.
c. GEZ-module wordt nog gehandhaafd.
Voor
bekostiging segment 2 is een overeenkomst nodig tussen zorgverzekeraar en
zorgaanbieder. Dit segment kent een vrij tarief, tenzij uit nadere
analyse/uitwerking blijkt dat een gereguleerd tarief beter aansluit bij de
kenmerken van dit segment. Uiteindelijk is het de bedoeling dat de bekostiging
van segment 2 gebeurt via een tarief per patiënt naar zorgzwaarte. Op basis van
epidemiologische kenmerken wordt deze populatie gesegmenteerd (bijv.
licht-midden-zwaar) om te komen tot kostenhomogene groepen waarop wordt
ingekocht. Ook niet-programmatische multidisciplinaire zorg (GEZ, deel POH-GGZ,
meekijkconsult) wordt bekostigd via dit segment met een tarief per verzekerde.
Segment 3:
Resultaatbeloning en zorgvernieuwing (S3/10%): biedt ruimte aan
zorgverzekeraars en zorgaanbieders om (belonings)afspraken te maken over de
resultaten van de inzet in de andere twee segmenten en om vernieuwing te
stimuleren. Dergelijke afspraken kunnen betrekking hebben op bijvoorbeeld: doorverwijzen,
doelmatig voorschrijven, diagnostiek, service en bereikbaarheid. Verder is het
streven per 2015 onderscheid te maken in 3 prestaties (vrije tarieven) om
lokale initiatieven mogelijk te maken op het gebied van e-health, (medisch
specialistische) consultatie (zgn meekijkconsult) en de prestatie
zorgvernieuwing. Dit segment kent net als Segment 2 een vrij tarief en is
alleen onder voorwaarde van een overeenkomst tussen zorgverzekeraar en
zorgaanbieder te declareren. Idee is dat de huidige M&I verrichtingen en
modules worden afgebouwd en (op termijn) komen te vervallen.
Tabel 1:
Huidige bekostiging huisartsen vs nieuwe bekostiging in 3-segmenten
In
Segmenten
|
Huidige
bekostiging
|
Segment 1
-
basishuisartsenzorg
-
monodisciplinair
-
maximumtarieven
- gediff.
inschrijftarief
- (t/m
2017) consulten
|
Inschrijving
(gediff. Maximtarief per verzek)
Consult
(max tarief per verrichting)
Passanten
(max tarief per verrichting)
POH
somatiek (Onderdeel van ketenzorg of M&I-module)
|
Segment
2:
-
programmatische zorg
-
multidisciplinair
- DM2,
VRM, COPD
- vrije
tarieven, tenzij …
-
contract-vereiste
|
POH GGZ
(inschrijving + consulten, max.tarief)
GEZ (Vrij
tarief per verzekerde)
Meekijkconsult
(alleen bij POH-GGZ, inschrijftarief)
Coord
Ketenzorg (vrij tarief per patiënt)
|
Segment
3:
-
uitkomsten belonen
-
vernieuwing stimuleren
- vijf
specifieke domeinen
- vrije
tarieven
-
contract-vereiste
|
M&I
verrichtingen (vrij tarief per verrichting)
M&I
modules (vrij tarief per verrichting)
Innovatie
(vrij tarief)
|
(bron:
NZa)
Terug naar de eenvoud!
De huidige
bekostiging van huisartsenzorg is, zoals beschreven, te complex en is toe aan
een doorontwikkeling, voor een betere aansluiting bij veranderende zorgvraag/gezondheid
en de ontwikkeling van een sterkere eerstelijnszorg. Maar wel moet ervoor worden
gewaakt dat de nieuwe bekostiging van de huisartsenzorg (het 3-segmenten model)
ook praktisch en realistisch is en de genoemde doelen van bevordering van
samenwerking en denken en handelen in het kader van gezondheid (ipv ziekte) ook
daadwerkelijk worden ondersteunt.
Het gevaar
bestaat namelijk dat de nieuwe bekostiging vooral door mensen wordt bedacht die
wat verder van de zorgpraktijk afstaan, die weinig idee hebben voor de
praktische consequenties. Zo kan, met
alle goede bedoelingen, de huisartsenbekostiging juist complexer worden in de
plaats van makkelijker en eenvoudiger. Verzekeraars moeten vooral ook kijken
naar praktische uitvoerbaarheid en eenvoud voor de huisarts.
Er zijn al
geluiden in het land te horen dat verzekeraars (landelijk/regionaal
georiënteerd respectievelijk klein/groot regionaal marktaandeel) de segmenten met
eigen beleid willen gaan invullen (met een veelheid aan betaaltitels en
verantwoordingscijfers?) en niet meer (automatisch) volgen. Voor huisartsen zou
dat betekenen dat zij per patiënt apart moeten gaan declareren afhankelijk van
waar de patiënt is verzekerd. Voor de verzekeraars met een relatief groot
regionaal marktaandeel is het logisch dat zij (in samenwerking met de regionale
huisartsen) beleid maken en contracteren. Maar voor de verzekeraars met een
relatief laag regionaal marktaandeel (wat is relatief laag <15%, <20%?)
is dat niet vanzelfsprekend. Aan de ene kant is het zorgstelsel zo ingestoken
dat het juist de bedoeling is dat zorgverzekeraars meer met elkaar concurreren
en dus eigen beleid maken en uitvoeren. Aan de andere kant leidt dat voor de
kleinere verbanden van zorgprofessionals/ huisartsen tot een complexere
administratie en registratie. Concreet zou dat betekenen dan een huisarts eerst
kijkt waar de patiënt is verzekerd, om te kijken op welke zorg de patiënt recht
heeft, waarna de huisarts afhankelijk van de zorgverzekering de gecontracteerde
zorg verleent en declareert (omdat er andere contracten en dus zorg aan ten
grondslag liggen). Voor de basis huisartsenzorg (segment 1) zal dit geen
problemen opleveren, maar wel voor bijvoorbeeld de segmenten 2 en 3. En juist
in segment 2 zitten de kwetsbaardere personen (chronisch zieken en kwetsbare
ouderen), waarbij de huisarts gewoon de beste zorg wil verlenen, ten bate van
de gezondheid en welzijn van die persoon.
Wij zouden
verzekeraars willen vragen en uitdagen bij de vormgeving van hun (3-segmenten)
beleid de eenvoud van bekostiging bij de huisartsenzorg terug te brengen en
gezamenlijk (met de huisartsen) te bezien of vanuit ieders passie voor de zorg
dit tot een succes kan worden gebracht. Dat de bekostiging anders moet is
duidelijk. Zie het als een uitdaging om met elkaar een praktisch uitvoerbaar
bekostigingssysteem te ontwikkelen, dat recht doet aan de inzet en resultaat (het
liefst uiteindelijk uit te drukken in gezondheid van mensen) van de geleverde
inspanningen. Ik weet dat praten makkelijker is dan daadwerkelijk doen. Vandaar
dat wij graag met u de uitdaging aangaan om mee te helpen met de vormgeving van
een eenvoudiger huisartsenbekostiging: de kracht van eenvoud!
Yvonne van Kemenade en Frank van
Kemenade (huisarts te Helden)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten