De Zorggroep Eerstelijn (ZEL) is een
organisatie die nu 3 jaar bestaat. Het is een jonge pioniersorganisatie die
steeds professioneler wordt en groeit in omvang, omzet en personeel. De groei
van de organisatie gaat gepaard met de groei van de spanningen tussen de
pioniers van het eerste uur en de doorbouwers. Een logisch gevolg van een
professioneler wordende organisatie.
Pioniers
Voor het
opstarten van een organisatie en het daaraan verbinden van 190 huisartsen - ter
verbetering van de huisartsenzorg in de regio - is veel lef, inzet en enthousiasme nodig. Een
paar pioniers hebben dit in onze regio voor elkaar gekregen. Een enorme klus,
waar veel waardering voor is. De organisatie is 3 jaar geleden formeel
opgericht, waarbij de huisartsendeskundigheid gecombineerd werd met organisatiedeskundigheid.
In een dergelijke pioniersfase is veel geoorloofd. Er bestaan nog geen regels
en kaders. Die paar mensen die zich inzetten, doen dat naar eigen inzicht en
goeddunken. Er is dan veel vrijheid en ook vrijblijvendheid. Er zijn immers
geen regels en samenwerken met een handjevol mensen gaat eigenlijk als vanzelf.Groei
Totdat de organisatie gaat groeien in personeel, omzet en activiteiten. Deze groei gaat noodzakelijk gepaard met het ontwikkelen van een visie op de organisatie en met het stellen van gedragsnormen, kaders en afspraken om orde in de chaos te scheppen. Bovendien kom je een fase waarin contracten moeten worden gesloten en aan juridische kaders moet voldoen.
Doorbouwers
Ieder fase van een organisatie vraagt om andersoortige competenties van mensen. De pioniers van de eerste orde, die veelal worden gekenmerkt door veel kracht, inzet, eigenwijsheid en vooral vrijheid, zullen niet goed gedijen in een organisatie waarin ze zich aan gezamenlijk vastgestelde afspraken en kaders moeten houden. Ook – of misschien zelfs juist - binnen een organisatie gebaseerd op vertrouwen heeft een ieder rechten en plichten.
Van straatvoetbal naar clubverbandIeder fase van een organisatie vraagt om andersoortige competenties van mensen. De pioniers van de eerste orde, die veelal worden gekenmerkt door veel kracht, inzet, eigenwijsheid en vooral vrijheid, zullen niet goed gedijen in een organisatie waarin ze zich aan gezamenlijk vastgestelde afspraken en kaders moeten houden. Ook – of misschien zelfs juist - binnen een organisatie gebaseerd op vertrouwen heeft een ieder rechten en plichten.
Belangrijke kenmerken zoals betrokkenheid, samenwerken en verantwoordelijkheid nemen -die van groot belang zijn in de pioniersfase - moeten in de professionele organisatie ook behouden blijven, maar komen in de doorbouwfase wel in ander, gezamenlijk verband te staan. De nadruk komt meer te liggen op samenwerken en onderdeel uit maken van een organisatie en daarbij horende ‘spelregels’. Vergelijk het met een stel vrienden die op straat een potje voetbal spelen, en daarna bij een club lid worden. Het doel van gezamenlijk voetbal spelen blijft gelijk, de onderlinge waarden ook maar de afspraken worden anders.
Weerstand van de pionier
In deze fase van groei wordt meestal weerstand ondervonden van de pioniers in de organisatie. Zij hebben ertoe bijgedragen dat de organisatie is zoals deze nu is (het is hun organisatie) en willen blijven werken zoals ze dat altijd hebben gedaan. De organisatie gaat echter dingen van hen vragen die ze niet willen.
Keuze tussen klein blijven of echte speler worden
In deze fase van de ontwikkeling van een organisatie moet de strategische keuze worden gemaakt wat men met de organisatie wil. Wil men de organisatie klein en ongedwongen houden, dan blijft de organisatie klein en informeel en geen echte speler in het zorgveld. De slagkracht en de mogelijkheden zijn dan beperkt, maar de organisatie beantwoordt wel aan de behoefte van een groep professionals.
Wil men een organisatie door ontwikkelen die slagkracht heeft, stabiliteit en toekomstbestendig is en het verschil kan maken in Zorg BV NL, dan zal men door moeten pakken en de weerstanden moeten overwinnen.
Een lastige fase in de groei van een organisatie, maar wel een noodzakelijke fase om door te maken. Oei ik groei!
Yvonne van Kemenade en Danielle Gruijs