maandag 10 juni 2013

“Out of the Box” denken en doen: neem de cliënt als uitgangspunt!

Naar aanleiding van de column “Durft u “out of the box” te denken en doen!, heb ik mooie reacties ontvangen van mensen werkzaam in de zorg (en aanpalende terreinen) die het gewoon doen. Dit sterkt mij in de overtuiging dat we met deze manier van denken en doen de goede weg op gaan. In ZorgBV Nederland merk ik dat velen het met deze denkwijze eens zijn, maar het lastig vinden om het ook echt te gaan doen. Het is lastig om anders te gaan werken als je gewend bent, en zeker om zelf daar een start mee te maken en het niet (geheel) binnen de geldende regels past. Maar diegene die wel durven te doen, moeten dat vooral blijven doen en uitdragen. Bij vernieuwing en innovatie is er altijd een kleine groep die voorop loopt, de meerderheid die er achter aan komt en een kleine minderheid van achterblijvers.
Concrete voorbeelden van hoe de cliënt centraal kan worden gesteld, maakt het misschien tastbaarder om zelf ook stappen in deze richting te ondernemen, ieder vanuit zijn eigen kennis en expertise. In deze column aandacht voor de wijze waarop Femke van Trier-Klijnstra denkt en doet in de jeugdzorg, een mooi voorbeeld, wie volgt?

Auteur: Femke van Trier-Klijnstra

Ook de jeughulpverlening heeft te maken met gefragmenteerde zorg rondom de cliënt/zorgvrager, ook wel 'gefragmenteerde struikelzorg' genoemd. Cliënten struikelen over de breuklijnen in de zorgorganisaties en de daarmee samenhangende financieringssystemen. In de totale keten van jeugdhulpverlening ligt de meerwaarde niet alleen in de kwaliteit van de losse schakels, maar juist in de verbinding, de ketting. Doorontwikkeling van  deze hulpverlening geschiedt door het zoeken naar verbeteringen in de verbindingen tussen de verschillende hulpverleningsfragmenten. Met andere woorden, de jeudhulpverlening vraagt om regie. We moeten met zijn allen onze verantwoordelijkheid hierin nemen en de cliënt als zorgvrager als uitgangspunt nemen. Laat je niet het bos insturen door de vele procedures, bureaucratie, en verschillende betrokken instanties, je moet je blijven richten op het oplossen van het probleem waarmee je bezig bent!

In de hulpverlening aan kinderen en hun ouders, zeker in de leeftijdsgroep 0 t/m 4 jarigen, is sprake van een enorme versplintering van betrokken organisatie/instanties, zoals huisarts, Bureau Jeugdzorg, Pleegzorg, GGZ, Thuiszorg, Algemeen Maatschappelijk Werk, De Tussenvoorziening, Consultatiebureau, kinderafdeling ziekenhuis, behandelaar ouders, Stichting Beschermd Wonen Utrecht of Kwintes (woonbegeleiding, schuldhulpverlening, UWV-uitkeringsinstantie, Woningbouwvereniging), Homestart, KDV. Vooral bij de wat complexere problematieken, zijn diverse instanties/hulpverleners betrokken.  Zeker bij een jong kind, met een reflux of voedingsproblemen, veel huilen en angstige ouders, een moeder met bekkeninstabiliteit, een vader die vanwege slechte jeugdervaringen therapie nodig heeft voor zijn PTSS, in de ziektewet zit en er schulden zijn. En dit zijn geen uitzonderingen. Het grotere gevaar bij deze problematieken is dat zorgvrager verzandt in het web van een versnippert hulpverleningsnetwerk en het probleem niet wordt opgelost of zelfs verergert.

Ik ben er van overtuigd dat de crux voor een goede hulpverlening (en daarmee beste gezondheidsuitkomst) zit in: dat een ieder de cliënt/zorgvrager als uitgangspunt moet nemen, en niet de instelling of de methodiek. De afstemming tussen de verschillende onderdelen van de zorg vraagt wel vertrouwen in wat andere instellingen kunnen betekenen in het geheel van de zorgverlening. Rond de cliënt komt de samenwerking en afstemming tot uitdrukking in een regelmatig terugkerend zorgoverleg van betrokkenen samen met de cliënten eens in de 2 à 3 maanden. Ieder weet waaraan wordt gewerkt en kent zijn eigen verantwoordelijkheden, deskundigheden èn grenzen daarin. En elkaar informeren en blijven informeren: met toestemming van de cliënt.

Goede afstemming tussen de Geestelijke Gezondheidszorg (GGz) en eerstelijnszorg vraagt niet een 'tulband model' met een gat in het midden waar de GGz in wegvalt, maar het 'taartpunt model' met een brede eerstelijns basiszorg en tegelijkertijd een puntje GGz met een bindende crème aan elkaar verbonden, zelfs als de ingrediënten verschillende bekostiging hebben. Beter afgestemde zorg tussen Bureau Jeugdzorg afdeling Jeugdbescherming en Infant Mental Health behandeling (IMH) met inzetten van een vrijwillig (onbezoldigd) meeleefgezin zal ertoe bijdragen dat het aantal "uitbuik'plaatsingen en uithuisplaatsingen zal afnemen. Ook het Advies Meldpunt Kindermishandeling (AMK) ziet de positieve resultaten van IMH-behandeling en is enthousiast over het concept MeeleefGezin. Zij stuurden een brandbrief naar GGz-Nederland voor uitbreiding van capaciteit. Uithuisplaatsing voorkòmen zal leiden tot directe kostenbesparingen van minstens € 25.000 voor 1 kind 1 jaar pleegzorg. Laat staan als de 'uitbuik'plaatsing definitief wordt! Daar bovenop komt een extra besparing op specialistische behandeling in de pleegzorg voor de hechtingsstoornissen en trauma's die het gevolg zijn van de vele verplaatsingen van het kind in de pleegzorg.

Als er sprake is van psychiatrische problemen bij aanstaande ouders zal IMH-behandeling in combinatie met een vrijwillig (onbezoldigd) meeleefgezin al tijdens de zwangerschap moeten starten. Als dit in goede samenhang wordt aangepakt, waarbij de steunbehoefte en behandeling van de problemen van de zorgvrager als uitgangspunt worden genomen, kan uithuis/buik/plaatsting en emotionele gevolgschade voor het kind worden voorkomen. 
Een kind heeft recht op het veilig mogen opgroeien bij de eigen ouders. Diverse onderzoeken tonen aan dat daar het belang van het kind ligt. Liever daarin vooruit investeren dan achteraf duurdere zorg noodzakelijk maken om het kind te leren leven met de pijn van het verlies.

Dat geeft de beste zorguitkomsten en gezondheid voor deze specifieke doelgroep van de jongste burgers in de maatschappij. Ook zij kunnen op die manier met hun ouders net als andere burgers deelnemen aan de civil society. Wie volgt?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten